Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Sluiten |
Escape of Enter |
Ga naar het tabblad Start |
Alt+H |
Nieuw bericht |
Ctrl+Shift+M |
Verzenden |
Alt+S |
Bestand invoegen |
Alt+N, A, F |
Nieuwe taak |
Ctrl+Shift+K |
Verwijderen |
Verwijderen (wanneer een bericht, taak of vergadering wordt geselecteerd) |
Zoeken |
Ctrl+E Alt+H, R, P |
Antwoorden |
Alt+H, R, P |
Doorsturen |
Alt+H, F, W |
Allen beantwoorden |
Alt+H, R, A |
Kopiëren |
Ctrl+C of Ctrl+Insert Opmerking: Ctrl+Insert is niet beschikbaar in het leesvenster. |
Verzenden/ontvangen |
Alt+S, S |
Ga naar Agenda |
Ctrl+2 |
Afspraak maken |
Ctrl+Shift+A |
Verplaatsen naar map |
Alt+H, M, V, map selecteren in lijst |
Bijlage opslaan als |
Alt+JA, A, S |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Overschakelen naar weergave E-mail |
Ctrl+1 |
Overschakelen naar weergave Agenda |
Ctrl+2 |
Overschakelen naar weergave Contactpersonen |
Ctrl+3 |
Overschakelen naar weergave Taken |
Ctrl+4 |
Overschakelen naar Notities |
Ctrl+5 |
Overschakelen naar lijst Mappen in het deelvenster Mappen |
Ctrl+6 |
Overschakelen naar Snelkoppelingen |
Ctrl+7 |
Overschakelen naar volgende geopende bericht |
Ctrl+punt |
Overschakelen naar vorige geopende bericht |
Ctrl+komma |
Navigeren tussen het mappenvenster, het hoofdvenster van Outlook, het leesvenster en de takenbalk |
Ctrl+Shift+Tab of Shift+Tab |
Navigeren tussen het Outlook-venster, de kleinere deelvensters van het mappenvenster, het leesvenster en de onderdelen van de takenbalk |
Tab-toets |
Navigeren tussen het Outlook-venster, de kleinere deelvensters van het mappenvenster, het leesvenster en de onderdelen van de takenbalk en de sneltoetsen op het Outlook-lint weergeven. |
F6 |
Navigeren tussen de regels in de berichtkop in het mappenvenster of in een geopend bericht |
Ctrl+Tab |
Navigeren in het mappenvenster |
Pijltoetsen |
Naar een andere map gaan. |
Ctrl+Y |
Naar het vak Zoeken gaan |
F3 of Ctrl+E |
Naar het vorige bericht gaan in het leesvenster |
Alt+pijl-omhoog of Ctrl+komma of Alt+Page Up |
Omlaag bladeren door de tekst in het leesvenster |
Spatiebalk |
Omhoog bladeren door de tekst in het leesvenster |
Shift+Spatiebalk |
Een groep in de lijst met e-mailberichten samenvouwen of uitvouwen |
Respectievelijk de toets Pijl-links of de toets Pijl-rechts |
Teruggaan naar de vorige weergave in het hoofdvenster van Outlook |
Alt+pijl-links |
Verdergaan naar de volgende weergave in het hoofdvenster van Outlook |
Alt+pijl-rechts |
De infobalk selecteren en het menu met opdrachten weergeven (indien beschikbaar) |
Ctrl+Shift+W |
Handeling | Druk op |
---|---|
Een bericht of ander item zoeken |
Ctrl+E |
De zoekresultaten wissen |
Esc |
De zoekbewerking uitbreiden naar Alle e-mailitems, Alle agenda-items of Alle contactpersoonitems (afhankelijk van de module) |
Ctrl+Alt+A |
Zoekcriteria gebruiken |
Ctrl+Shift+F |
Een zoekmap maken |
Ctrl+Shift+P |
Tekst zoeken in een geopend item |
F4 |
Zoeken en vervangen van tekens, symbolen of een opmaakopdracht in een item dat is geopend of in het leesvenster |
Ctrl+H |
De zoekbewerking uitbreiden zodat ook in items in de huidige map wordt gezocht |
Ctrl+Alt+K |
De zoekbewerking uitbreiden zodat ook in submappen wordt gezocht Ctrl+Alt+Z Vlaggen |
Ctrl+Alt+Z |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Het dialoogvenster Vlag toevoegen voor opvolgen openen om een vlag toe te wijzen |
Ctrl+Shift+G |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
De geselecteerde categorie verwijderen uit de lijst in het dialoogvenster Kleurcategorieën |
Alt+D |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een afspraak maken |
Ctrl+Shift+A |
Een contactpersoon maken |
Ctrl+Shift+C |
Een groep contactpersonen maken |
Ctrl+Shift+L |
Een fax maken |
Ctrl+Shift+X |
Een map maken |
Ctrl+Shift+E |
Een vergaderverzoek maken |
Ctrl+Shift+Q |
Een bericht maken |
Ctrl+Shift+M |
Een notitie maken |
Ctrl+Shift+N |
Een Office-document maken |
Ctrl+Shift+H |
Posten in de geselecteerde map |
Ctrl+Shift+S |
Een antwoord posten in de geselecteerde map |
Ctrl+T |
Een zoekmap maken |
Ctrl+Shift+P |
Een taak maken |
Ctrl+Shift+K |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Opslaan (niet in weergave Taken) |
Ctrl+S of Shift+F12 |
Opslaan en sluiten (niet in weergave E-mail) |
Alt+S |
Opslaan als (alleen in weergave E-mail) |
F12 |
Ongedaan maken |
Ctrl+Z of Alt+Backspace |
Een item verwijderen |
Ctrl+D |
Afdrukken |
Ctrl+P |
Een item kopiëren |
Ctrl+Shift+Y |
Een item verplaatsen |
Ctrl+Shift+V |
Namen controleren |
Ctrl+K |
Spelling controleren |
F7 |
Vlag toevoegen voor opvolgen |
Ctrl+Shift+G |
Doorsturen |
Ctrl+F |
Alles verzenden of posten, iedereen uitnodigen |
Alt+S |
Bewerkingsmogelijkheden in een veld inschakelen, in alle weergaven behalve E-mail of Pictogram |
F2 |
Tekst links uitlijnen |
Ctrl+L |
Tekst centreren |
Ctrl+E |
Tekst rechts uitlijnen |
Ctrl+R |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Overschakelen naar Postvak IN |
Ctrl+Shift+I |
Overschakelen naar Postvak UIT |
Ctrl+Shift+O |
Namen controleren |
Ctrl+K |
Verzenden |
Alt+S |
Een bericht beantwoorden |
Ctrl+R |
Allen beantwoorden |
Ctrl+Shift+R |
Beantwoorden met vergaderverzoek |
Ctrl+Alt+R |
Een bericht doorsturen |
Ctrl+F |
Een bericht markeren als niet-ongewenste e-mail |
Ctrl+Alt+J |
Geblokkeerde externe inhoud weergeven (in een bericht) |
Ctrl+Shift+I |
Naar een map posten |
Ctrl+Shift+S |
De stijl Standaard toepassen |
Ctrl+Shift+N |
Controleren op nieuwe berichten |
Ctrl+M of F9 |
Naar het vorige bericht gaan |
Toets Pijl-omhoog |
Naar het volgende bericht gaan |
Toets Pijl-omlaag |
Een bericht maken (vanuit weergave E-mail) |
Ctrl+N |
Een bericht maken (vanuit elke Outlook-weergave). |
Ctrl+Shift+M |
Een ontvangen bericht openen |
Ctrl+O |
Een conversatie verwijderen en negeren |
Ctrl+Shift+D |
Het Adresboek openen |
Ctrl+Shift+B |
Een snelvlag aan een ongeopend bericht toevoegen |
Invoegen |
Het dialoogvenster Vlag toevoegen voor opvolgen weergeven |
Ctrl+Shift+G |
Als gelezen markeren |
Ctrl+Q |
Als ongelezen markeren |
Ctrl+U |
De Mail Tip openen in het geselecteerde bericht |
Ctrl+Shift+W |
Zoeken of vervangen |
F4 |
Volgende zoeken |
Shift+F4 |
Verzenden |
Ctrl+Enter |
Afdrukken |
Ctrl+P |
Doorsturen |
Ctrl+F |
Doorsturen als bijlage |
Ctrl+Alt+F |
De eigenschappen voor het geselecteerde item weergeven |
Alt+Enter |
Markeren om te downloaden |
Ctrl+Alt+M |
Status Markeren om te downloaden controleren |
Ctrl+Alt+U |
Voortgang van verzenden/ontvangen weergeven |
Ctrl+B (tijdens verzenden/ontvangen) |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een afspraak maken (vanuit de weergave Agenda) |
Ctrl+N |
Een afspraak maken (vanuit een Outlook-weergave) |
Ctrl+Shift+A |
Een vergaderverzoek maken |
Ctrl+Shift+Q |
Een afspraak of vergadering doorsturen |
|
Een vergaderverzoek beantwoorden met een bericht |
|
Allen een bericht sturen als reactie op een vergaderverzoek |
|
Een dag weergeven in de agenda |
Alt+1 |
Twee dagen weergeven in de agenda |
Alt+2 |
Drie dagen weergeven in de agenda |
Alt+3 |
Vier dagen weergeven in de agenda |
Alt+4 |
Vijf dagen weergeven in de agenda |
Alt+5 |
Zes dagen weergeven in de agenda |
Alt+6 |
Zeven dagen weergeven in de agenda |
Alt+7 |
Acht dagen weergeven in de agenda |
Alt+8 |
Negen dagen weergeven in de agenda |
Alt+9 |
10 dagen weergeven in de agenda |
Alt+0 |
Naar een datum gaan |
Ctrl+G |
Overschakelen naar de maandweergave |
Alt+gelijkteken of Ctrl+Alt+4 |
Naar de volgende dag gaan |
Ctrl+Pijl-rechts |
Naar de volgende week gaan |
Alt+pijl-omlaag |
Naar de volgende maand gaan |
Alt+Page Down |
Naar de vorige dag gaan |
Ctrl+Pijl-links |
Naar de vorige week gaan |
Alt+pijl-omhoog |
Naar de vorige maand gaan |
Alt+Page Up |
Naar het begin van de week gaan |
Alt+Home |
Naar het einde van de week gaan |
Alt+End |
Overschakelen naar de weergave Volledige week |
Alt+minteken of Ctrl+Alt+3 |
Overschakelen naar de weergave Werkweek |
Ctrl+Alt+2 |
Naar vorige afspraak gaan |
Ctrl+komma of Ctrl+Shift+komma |
Naar volgende afspraak gaan |
Ctrl+punt of Ctrl+Shift+punt |
Terugkerende geopende afspraak of vergadering instellen |
Ctrl+G |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een nieuw nummer kiezen |
Ctrl+Shift+D |
Een contactpersoon of ander item zoeken (Zoeken) |
F3 of Ctrl+E |
Een naam typen in het vak Adresboeken doorzoeken |
F11 |
Naar de eerste contactpersoon gaan die begint met een bepaalde letter (in de tabel- of lijstweergave van contactpersonen) |
Shift+letter |
Alle contactpersonen selecteren |
Ctrl+A |
Een bericht maken met de geselecteerde contactpersoon als onderwerp |
Ctrl+F |
Een contactpersoon maken (vanuit contactpersonen) |
Ctrl+N |
Een contactpersoon maken (vanuit een Outlook-weergave) |
Ctrl+Shift+C |
Een contactpersoonformulier voor de geselecteerde contactpersoon openen |
Ctrl+O |
Een groep contactpersonen maken |
Ctrl+Shift+L |
Afdrukken |
Ctrl+P |
Een lijst met leden van de groep contactpersonen bijwerken |
F5 |
Naar een andere map gaan. |
Ctrl+Y |
Het Adresboek openen |
Ctrl+Shift+B |
Zoekcriteria gebruiken |
Ctrl+Shift+F |
De volgende contactpersoon van de lijst openen (vanuit een open contactpersoon) |
Ctrl+Shift+punt |
Een contactpersoon zoeken |
F11 |
Een contactpersoon sluiten |
ESC |
Een faxbericht verzenden naar de geselecteerde contactpersoon |
Ctrl+Shift+X |
Het dialoogvenster Adres controleren openen |
Alt+D |
In een contactpersoonformulier onder Internet de informatie voor E-mail 1 weergeven |
Alt+Shift+1 |
In een contactpersoonformulier onder Internet de informatie voor E-mail 2 weergeven |
Alt+Shift+2 |
In een contactpersoonformulier onder Internet de informatie voor E-mail 3 weergeven |
Alt+Shift+3 |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
De lijst Toevoegen openen |
Alt+A |
Tekst selecteren in het vak Label wanneer het veld met een label is geselecteerd |
Alt+B |
Het dialoogvenster Foto voor visitekaartje toevoegen openen |
Alt+C |
De cursor aan het begin van het vak Bewerken plaatsen |
Alt+E |
Het vak Velden selecteren |
Alt+F |
De vervolgkeuzelijst Afbeelding uitlijnen selecteren |
Alt+G |
Het kleurenpalet voor de achtergrond selecteren |
Alt+K, Enter |
De vervolgkeuzelijst Indeling selecteren |
Alt+L |
Een geselecteerd veld verwijderen uit het vak Velden |
Alt+R |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een taakverzoek accepteren |
Ctrl+C |
Een taakverzoek weigeren |
Ctrl+D |
Een taak of ander item zoeken |
Ctrl+E |
Het dialoogvenster Ga naar map openen |
Ctrl+Y |
Een taak maken vanuit de weergave Taken |
Ctrl+N |
Een taak maken vanuit een Outlook-weergave |
Ctrl+Shift+K |
Het geselecteerde item openen |
Ctrl+O |
Het geselecteerde item afdrukken |
Ctrl+P |
Alle items selecteren |
Ctrl+A |
Het geselecteerde item verwijderen |
Ctrl+D |
Een taak doorsturen als bijlage |
Ctrl+F |
Een taakverzoek maken |
Ctrl+Shift+Alt+U |
Schakelen tussen het mappenvenster, de takenlijst en de takenbalk |
Tab of Shift+Tab |
Laatste bewerking ongedaan maken |
Ctrl+Z |
Een vlag toevoegen aan een item of als voltooid markeren |
Invoegen |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Het menu Opmaak weergeven |
Alt+O |
Het dialoogvenster Lettertype weergeven |
Ctrl+Shift+P |
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters (mits u tekst hebt geselecteerd) |
Shift+F3 |
Letters opmaken als klein kapitaal |
Ctrl+Shift+K |
Vet maken |
Ctrl+B |
Opsommingstekens toevoegen |
Ctrl+Shift+L |
Cursief maken |
Ctrl+I |
Inspringing vergroten |
Ctrl+T |
Navigatieopties in Office 365 |
Ctrl+Shift+T |
Links uitlijnen |
Ctrl+L |
Centreren |
Ctrl+E |
Onderstrepen |
Ctrl+U |
Grotere tekengrootte |
Ctrl+Vierkante haak sluiten of Ctrl+Shift+Groter dan-teken |
Kleinere tekengrootte |
Ctrl+Vierkante haak openen of Ctrl+Shift+Kleiner dan-teken |
Knippen |
Ctrl+X of Shift+Delete |
Kopiëren |
Ctrl+C of Ctrl+Insert Opmerking: Ctrl+Insert is niet beschikbaar in het leesvenster |
Plakken |
Ctrl+V of Shift+Insert |
Opmaak wissen |
Ctrl+Shift+Z of Ctrl+spatiebalk |
Het volgende woord verwijderen |
Ctrl+Shift+H |
Tekst uitvullen (Een alinea uitrekken om tussen de marges te laten passen} |
Ctrl+Shift+J |
Stijlen toepassen |
Ctrl+Shift+S |
Verkeerd-om inspringen |
Ctrl+T |
Een hyperlink invoegen |
Ctrl+K |
Een alinea links uitlijnen |
Ctrl+L |
Alinea rechts uitlijnen |
Ctrl+R |
Een verkeerd-om inspringing verkleinen |
Ctrl+Shift+T |
Alineaopmaak verwijderen |
Ctrl+Q |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een hyperlink in de hoofdtekst van een item invoegen of bewerken |
Ctrl+K |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Het tabblad Afdrukken openen in Backstage-weergave |
Alt+F, P |
Een item vanuit een geopend venster afdrukken |
Alt+F, P, F en vervolgens 1 |
Het dialoogvenster Pagina-instelling openen vanuit de weergave Afdrukken |
Alt+T of Alt+U |
Een printer selecteren vanuit de weergave Afdrukken |
Alt+F, P en vervolgens I |
Het dialoogvenster Afdrukopties openen |
Alt+F, P en vervolgens R |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een verzend-/ontvangstbewerking starten voor alle gedefinieerde groepen voor verzenden/ontvangen waarvoor u Deze groep opnemen bij verzenden/ontvangen (F9) hebt geselecteerd. Deze bewerking kan betrekking hebben op koppen, volledige items, opgegeven mappen, items die kleiner zijn dan een bepaalde grootte of een willekeurige combinatie die u definieert |
F9 |
Een verzend-/ontvangstbewerking starten voor de huidige map, waarbij volledige items worden opgehaald (kop, item en eventuele bijlagen) |
Shift+F9 |
Verzenden/ontvangen starten |
Ctrl+M |
Groepen voor verzenden/ontvangen definiëren |
Ctrl+Alt+S |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Visual Basic Editor openen |
Alt+F11 |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een macro afspelen |
Alt+F8 |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een InfoPath-formulier maken |
De focus verplaatsen naar een InfoPath-map, en druk vervolgens op Ctrl+N |
Een InfoPath-formulier sluiten |
Ctrl+Shift+Alt+T |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
para |
para |
para |
para |
Naar het item onder aan het scherm gaan |
Page Down |
Naar het item boven aan het scherm gaan |
Page Up |
Het aantal geselecteerde items met één item uitbreiden of reduceren |
Shift+pijl-omhoog of Shift+pijl-omlaag |
Naar het volgende of vorige item gaan zonder de selectie uit te breiden |
Ctrl+Pijl-omhoog of Ctrl+Pijl-omlaag |
Het actieve item selecteren of de selectie ervan opheffen |
Ctrl+spatiebalk |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een geselecteerde groep uitvouwen |
De toets Pijl-rechts |
Een geselecteerde groep samenvouwen |
De toets Pijl-links |
De vorige groep selecteren |
Toets Pijl-omhoog |
De volgende groep selecteren |
Toets Pijl-omlaag |
De eerste groep selecteren |
Home |
De laatste groep selecteren |
End |
Het eerste item op het scherm selecteren in een uitgevouwen groep of het eerste item buiten het scherm rechts |
De toets Pijl-rechts |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Van een tot en met negen dagen weergeven |
Alt+toets voor aantal dagen |
10 dagen weergeven |
Alt+0 (nul) |
Overschakelen naar de weekweergave |
Alt+minteken |
Overschakelen naar de maandweergave |
Alt+gelijkteken |
Schakelen tussen de weergave Agenda, de Takenlijst en de Mappenlijst |
Ctrl+Tab of F6 |
De vorige afspraak selecteren |
Shift+Tab |
Naar de vorige dag gaan |
De toets Pijl-links |
Naar de volgende dag gaan |
De toets Pijl-rechts |
Naar dezelfde dag in de volgende week gaan |
Alt+pijl-omlaag |
Naar dezelfde dag in de vorige week gaan |
Alt+pijl-omhoog |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
De tijd selecteren waarop uw werkdag begint |
Home |
De tijd selecteren waarop uw werkdag eindigt |
End |
Het vorige tijdsblok selecteren |
Toets Pijl-omhoog |
Het volgende tijdsblok selecteren |
Toets Pijl-omlaag |
Het tijdsblok boven aan het scherm selecteren |
Page Up |
Het tijdsblok onder aan het scherm selecteren |
Page Down |
De geselecteerde tijd uitbreiden of beperken |
Respectievelijk Shift+pijl-omhoog of Shift+pijl-omlaag |
Een afspraak omhoog of omlaag verplaatsen |
Druk op respectievelijk Alt+pijl-omhoog of Alt+pijl-omlaag, waarbij de cursor in de afspraak is geplaatst |
De begin- of eindtijd van een afspraak wijzigen |
Druk op respectievelijk Alt+Shift+pijl-omhoog of Alt+Shift+pijl-omlaag, waarbij de cursor in de afspraak is geplaatst |
Geselecteerd item naar dezelfde dag in de volgende week verplaatsen |
Alt+pijl-omlaag |
Geselecteerd item naar dezelfde dag in de vorige week verplaatsen |
Alt+pijl-omhoog |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Naar het begin van de werktijden van de geselecteerde dag gaan |
Home |
Naar het einde van de werktijden van de geselecteerde dag gaan |
End |
Een paginaweergave omhoog gaan in de geselecteerde dag |
Page Up |
Een paginaweergave omlaag gaan in de geselecteerde dag |
Page Down |
De duur van het geselecteerde tijdsblok wijzigen |
Shift+pijl-links, Shift+pijl-rechts, Shift+pijl-omhoog of Shift+pijl-omlaag of Shift+Home of Shift+End |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Naar de eerste dag van de week gaan |
Home |
Naar dezelfde dag van de week gaan (op de vorige pagina) |
Page Up |
Naar dezelfde dag van de week gaan (op de volgende pagina) |
Page Down |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Naar de eerste dag van de huidige week gaan |
Alt+Home |
Naar de laatste dag van de huidige week gaan |
Alt+End |
Naar dezelfde dag in de vorige week gaan |
Alt+pijl-omhoog |
Naar dezelfde dag in de volgende week gaan |
Alt+pijl-omlaag |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een bepaald kaartje in de lijst selecteren |
Typ een of meer letters van de naam waaronder het kaartje is opgeslagen of typ de naam van het veld waarop u sorteert |
Het vorige kaartje selecteren |
Toets Pijl-omhoog |
Het volgende kaartje selecteren |
Toets Pijl-omlaag |
Het eerste kaartje in de lijst selecteren |
Home |
Het laatste kaartje in de lijst selecteren |
End |
Het eerste kaartje op de huidige pagina selecteren |
Page Up |
Het eerste kaartje op de volgende pagina selecteren |
Page Down |
Het eerstvolgende kaartje in de volgende kolom selecteren |
De toets Pijl-rechts |
Het eerstvolgende kaartje in de vorige kolom selecteren |
De toets Pijl-links |
Het actieve kaartje selecteren of de selectie ervan opheffen |
Ctrl+spatiebalk |
De selectie uitbreiden naar het vorige kaartje en de selectie annuleren van kaartjes na het beginpunt |
Shift+Pijl-omhoog |
De selectie uitbreiden naar het volgende kaartje en de selectie annuleren van kaartjes voor het beginpunt |
Shift+Pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden naar het vorige kaartje, ongeacht het beginpunt |
Ctrl+Shift+pijl-omhoog |
De selectie uitbreiden naar het volgende kaartje, ongeacht het beginpunt |
Ctrl+Shift+pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden naar het eerste kaartje in de lijst |
Shift+Home |
De selectie uitbreiden naar het laatste kaartje in de lijst |
Shift+End |
De selectie uitbreiden naar het eerste kaartje op de vorige pagina |
Shift+Page Up |
De selectie uitbreiden naar het laatste kaartje op de laatste pagina |
Shift+Page Down |
Voor het gebruik van de volgende toetsen moet u ervoor zorgen dat een veld in een kaartje is geselecteerd.
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Navigeren naar het volgende veld en besturingselement |
Tab-toets |
Navigeren naar het vorige veld en besturingselement |
Shift+Tab |
Het actieve kaartje sluiten |
Enter of Escape |
Voor het gebruik van de volgende toetsen moet u ervoor zorgen dat een veld in een kaartje is geselecteerd of dat de focus is geplaatst in het veld.
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Een regel toevoegen aan een veld met meerdere regels |
Enter |
Naar het begin van een regel |
Home |
Naar het einde van een regel |
End |
Naar het begin van een veld met meerdere regels gaan |
Page Up |
Naar het einde van een veld met meerdere regels gaan |
Page Down |
Naar de vorige regel in een veld met meerdere regels gaan |
Toets Pijl-omhoog |
Naar de volgende regel in een veld met meerdere regels gaan |
Toets Pijl-omlaag |
Naar het vorige teken in een veld gaan |
De toets Pijl-links |
Naar het volgende teken in een veld gaan |
De toets Pijl-rechts |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Het vorige item selecteren |
De toets Pijl-links |
Het volgende item selecteren |
De toets Pijl-rechts |
Meerdere aangrenzende items selecteren |
Shift+pijl-links of Shift+pijl-rechts |
Meerdere niet-aangrenzende items selecteren |
Ctrl+pijl-links+spatiebalk of Ctrl+pijl-rechts+spatiebalk |
De geselecteerde items openen |
Enter |
Het eerste item in de tijdlijn selecteren (als de items niet zijn gegroepeerd) of het eerste item in de groep selecteren |
Home |
Het laatste item in de tijdlijn selecteren (als de items niet zijn gegroepeerd) of het laatste item in de groep selecteren |
End |
Het eerste item in de tijdlijn weergeven (niet selecteren) (als de items niet zijn gegroepeerd) of het eerste item in de groep weergeven |
Ctrl+Home |
Het laatste item in de tijdlijn weergeven (niet selecteren) (als de items niet zijn gegroepeerd) of het laatste item in de groep weergeven |
Ctrl+End |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
De groep uitvouwen |
Enter of pijl-rechts |
De groep samenvouwen |
Enter of pijl-links |
De vorige groep selecteren |
Toets Pijl-omhoog |
De volgende groep selecteren |
Toets Pijl-omlaag |
De eerste groep in de tijdlijn selecteren |
Home |
De laatste groep in de tijdlijn selecteren |
End |
Het eerste item op het scherm selecteren in een uitgevouwen groep of het eerste item buiten het scherm rechts |
De toets Pijl-rechts |
Gewenste actie | Druk op |
---|---|
Teruggaan in stappen die overeenkomen met de tijdseenheid op de tijdschaal |
De toets Pijl-links |
Vooruitgaan in stappen die overeenkomen met de tijdseenheid op de tijdschaal |
De toets Pijl-rechts |
Navigeren tussen de actieve weergave, de takenbalk, Zoeken en terug naar de actieve weergave |
De Tab-toets en Shift+Tab |
Handeling | Druk op |
---|---|
Overschakelen naar E-mail. |
Ctrl+1 |
Overschakelen naar Agenda. |
Ctrl+2 |
Overschakelen naar Contactpersonen. |
Ctrl+3 |
Overschakelen naar Taken. |
Ctrl+4 |
Overschakelen naar Notities. |
Ctrl+5 |
Overschakelen naar de mappenlijst in het navigatiedeelvenster. |
Ctrl+6 |
Overschakelen naar snelkoppelingen. |
Ctrl+7 |
Overschakelen naar volgende bericht (als het bericht is geopend). |
Ctrl+punt |
Overschakelen naar vorige bericht (als het bericht is geopend). |
Ctrl+komma |
Navigeren tussen het navigatiedeelvenster, het hoofdvenster van Outlook, het leesvenster en de takenbalk. |
Ctrl+Shift+Tab of Shift+Tab |
Navigeren tussen het Outlook-venster, de kleinere deelvensters van het navigatiedeelvenster, het leesvenster en de onderdelen van de takenbalk. |
Tab |
Navigeren tussen het Outlook-venster, de kleinere deelvensters van het navigatiedeelvenster, het leesvenster en de onderdelen van de takenbalk en de sneltoetsen op het Outlook-lint weergeven. |
F6 |
Navigeren tussen de regels in de berichtkop in het navigatiedeelvenster of in een geopend bericht. |
Ctrl+Tab |
Navigeren binnen het navigatiedeelvenster |
Pijltoetsen |
Naar een andere map gaan. |
Ctrl+Y |
Naar het vak Zoeken gaan. |
F3 of Ctrl+E |
Naar het vorige bericht gaan in het leesvenster. |
Alt+pijl-omhoog of Ctrl+komma of Alt+Page Up |
Omlaag bladeren door de tekst in het leesvenster. |
Spatiebalk |
Omhoog bladeren door de tekst in het leesvenster. |
Shift+spatiebalk |
Een groep in de lijst met e-mailberichten samenvouwen of uitvouwen. |
Pijl-links of pijl-rechts |
Teruggaan naar de vorige weergave in het hoofdvenster van Outlook. |
Alt+B of Alt+pijl-links |
Verdergaan naar de volgende weergave in het hoofdvenster van Outlook. |
Alt+Pijl-rechts |
De infobalk selecteren en het menu met opdrachten weergeven (indien beschikbaar). |
Ctrl+Shift+W |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een bericht of ander item zoeken. |
Ctrl+E |
De zoekresultaten wissen. |
Esc |
De zoekbewerking uitbreiden naar Alle e-mailitems, Alle agenda-items of Alle contactpersoonitems, afhankelijk van de weergave. |
Ctrl+Alt+A |
Zoekcriteria gebruiken. |
Ctrl+Shift+F |
Zoekmap maken. |
Ctrl+Shift+P |
Tekst zoeken in een geopend item. |
F4 |
Zoeken en vervangen van tekens, symbolen of een opmaakopdracht. Werkt alleen in een item dat is geopend in het leesvenster. |
Ctrl+H |
De zoekbewerking uitbreiden zodat ook in items in de huidige map wordt gezocht. |
Ctrl+Alt+K |
De zoekbewerking uitbreiden zodat ook in submappen wordt gezocht. |
Ctrl+Alt+Z |
Actie | Druk op |
---|---|
Het dialoogvenster Bericht markeren voor opvolgen openen om een vlag toe te wijzen. |
Ctrl+Shift+G |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
De geselecteerde categorie verwijderen uit de lijst in het dialoogvenster Kleurcategorieën. |
Alt+D |
Actie | Druk op |
---|---|
Een afspraak maken. |
Ctrl+Shift+A |
Een contactpersoon maken. |
Ctrl+Shift+C |
Een lijst met contactpersonen maken. |
Ctrl+Shift+L |
Een fax maken. |
Ctrl+Shift+X |
Een map maken. |
Ctrl+Shift+E |
Een logboekitem maken. |
Ctrl+Shift+J |
Een vergaderverzoek maken. |
Ctrl+Shift+Q |
Maak een bericht. |
Ctrl+Shift+M |
Een notitie maken. |
Ctrl+Shift+N |
Een Microsoft Office-document maken. |
Ctrl+Shift+H |
Naar deze map posten. |
Ctrl+Shift+S |
Een antwoord posten naar deze map. |
Ctrl+T |
Zoekmap maken. |
Ctrl+Shift+P |
Een taak maken. |
Ctrl+Shift+K |
Een taakverzoek maken. |
Ctrl+Shift+U |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Opslaan (niet in taken). |
Ctrl+S of Shift+F12 |
Opslaan en sluiten (niet in E-mail). |
Alt+S |
Opslaan als (alleen in E-mail). |
F12 |
Ongedaan maken. |
Ctrl+Z of Alt+Backspace |
Een item verwijderen. |
Ctrl+D |
Afdrukken. |
Ctrl+P |
Een item kopiëren. |
Ctrl+Shift+Y |
Een item verplaatsen. |
Ctrl+Shift+V |
Namen controleren. |
Ctrl+K |
Spelling controleren. |
F7 |
Bericht markeren voor opvolgen. |
Ctrl+Shift+G |
Doorsturen. |
Ctrl+F |
Alles verzenden of posten, iedereen uitnodigen |
Alt+S |
Bewerkingsmogelijkheden in een veld inschakelen (niet in E-mail of in de pictogramweergave). |
F2 |
Tekst links uitlijnen. |
Ctrl+L |
Tekst centreren. |
Ctrl+E |
Tekst rechts uitlijnen. |
Ctrl+R |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Overschakelen naar Postvak IN. |
Ctrl+Shift+I |
Overschakelen naar Postvak UIT. |
Ctrl+Shift+O |
Het account kiezen waarmee u een bericht wilt verzenden. |
Ctrl+Tab (het vak Aan is geactiveerd) en vervolgens met Tab naar de knop Accounts. |
Namen controleren. |
Ctrl+K |
Verzenden. |
Alt+S |
Een bericht beantwoorden. |
Ctrl+R |
Allen beantwoorden. |
Ctrl+Shift+R |
Beantwoorden met vergaderverzoek. |
Ctrl+Alt+R |
Een bericht doorsturen. |
Ctrl+F |
Een bericht markeren als niet-ongewenste e-mail. |
Ctrl+Alt+J |
Geblokkeerde externe inhoud weergeven (in een bericht). |
Ctrl+Shift+I |
Naar een map posten. |
Ctrl+Shift+S |
Stijl Standaard toepassen. |
Ctrl+Shift+N |
Controleren op nieuwe berichten. |
Ctrl+M of F9 |
Naar het vorige bericht gaan. |
PIJL-OMHOOG |
Naar het volgende bericht gaan. |
PIJL-OMLAAG |
Een bericht maken (vanuit E-mail). |
Ctrl+N |
Een bericht maken (vanuit elke Outlook-weergave). |
Ctrl+Shift+M |
Een ontvangen bericht openen. |
Ctrl+O |
Een conversatie verwijderen en negeren. |
Ctrl+Delete |
Het adresboek openen. |
Ctrl+Shift+B |
Een snelvlag aan een ongeopend bericht toevoegen. |
Insert |
Het dialoogvenster Vlag toevoegen voor opvolgen weergeven. |
Ctrl+Shift+G |
Als gelezen markeren. |
Ctrl+Q |
Als ongelezen markeren. |
Ctrl+U |
De Mail Tip openen in het geselecteerde bericht. |
Ctrl+Shift+W |
Zoeken of vervangen. |
F4 |
Volgende zoeken. |
Shift+F4 |
Verzenden. |
Ctrl+Enter |
Afdrukken. |
Ctrl+P |
Doorsturen. |
Ctrl+F |
Doorsturen als bijlage. |
Ctrl+Alt+F |
De eigenschappen voor het geselecteerde item weergeven. |
Alt+Enter |
Een multimediabericht maken. |
Ctrl+Shift+U |
Een tekstbericht maken. |
Ctrl+Shift+T |
Markeren om te downloaden. |
Ctrl+Alt+M |
Markeren om te downloaden opheffen. |
Ctrl+Alt+U |
Voortgang van verzenden/ontvangen weergeven. |
Ctrl+B (tijdens verzenden/ontvangen) |
Actie | Druk op |
---|---|
Een afspraak maken (vanuit de agenda). |
Ctrl+N |
Een afspraak maken (vanuit een Outlook-weergave). |
Ctrl+Shift+A |
Een vergaderverzoek maken. |
Ctrl+Shift+Q |
Een afspraak of vergadering doorsturen. |
Ctrl+F |
Een vergaderverzoek beantwoorden met een bericht. |
Ctrl+R |
Allen een bericht sturen als reactie op een vergaderverzoek. |
Ctrl+Shift+R |
Tien dagen weergeven in de agenda. |
Alt+0 |
Een dag weergeven in de agenda. |
Alt+1 |
Twee dagen weergeven in de agenda. |
Alt+2 |
Drie dagen weergeven in de agenda. |
Alt+3 |
Vier dagen weergeven in de agenda. |
Alt+4 |
Vijf dagen weergeven in de agenda. |
Alt+5 |
Zes dagen weergeven in de agenda. |
Alt+6 |
Zeven dagen weergeven in de agenda. |
Alt+7 |
Acht dagen weergeven in de agenda. |
Alt+8 |
Negen dagen weergeven in de agenda. |
Alt+9 |
Naar een datum gaan. |
Ctrl+G |
Maandweergave kiezen. |
Alt+= of Ctrl+Alt+4 |
Naar de volgende dag gaan. |
Ctrl+PIJL-RECHTS |
Naar de volgende week gaan. |
Alt+Pijl-omlaag |
Naar de volgende maand gaan. |
Alt+Page Down |
Naar de vorige dag gaan. |
Ctrl+PIJL-LINKS |
Naar de vorige week gaan. |
Alt+Pijl-omhoog |
Naar de vorige maand gaan. |
Alt+Page Up |
Naar het begin van de week gaan. |
Alt+Home |
Naar het einde van de week gaan. |
Alt+End |
Weergave Volledige week kiezen. |
Alt+minteken of Ctrl+Alt+3 |
Weergave Werkweek kiezen. |
Ctrl+Alt+2 |
Naar vorige afspraak gaan. |
Ctrl+komma of Ctrl+Shift+komma |
Naar volgende afspraak gaan. |
Ctrl+punt of Ctrl+Shift+punt |
Terugkerende geopende afspraak of vergadering instellen. |
Ctrl+G |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een nieuw nummer kiezen. |
Ctrl+Shift+D |
Een contactpersoon of ander item zoeken (Zoeken). |
F3 of Ctrl+E |
Een naam typen in het vak Adresboeken doorzoeken. |
F11 |
In de weergave Adreskaartjes of Visitekaartjes van contactpersonen naar de eerste contactpersoon gaan die begint met een bepaalde letter |
Shift+letter |
Alle contactpersonen selecteren. |
Ctrl+A |
Een bericht maken met de geselecteerde contactpersoon als onderwerp. |
Ctrl+F |
Een logboekitem maken voor de geselecteerde contactpersoon. |
Ctrl+J |
Een contactpersoon maken (vanuit contactpersonen). |
Ctrl+N |
Een contactpersoon maken (vanuit een Outlook-weergave). |
Ctrl+Shift+C |
Een contactpersoonformulier openen voor de geselecteerde contactpersoon. |
Ctrl+O |
Een lijst met contactpersonen maken. |
Ctrl+Shift+L |
Afdrukken. |
Ctrl+P |
Een lijst met leden van de groep contactpersonen bijwerken. |
F5 |
Naar een andere map gaan. |
Ctrl+Y |
Het adresboek openen. |
Ctrl+Shift+B |
Zoekcriteria gebruiken. |
Ctrl+Shift+F |
De volgende contactpersoon van de lijst openen (vanuit een open contactpersoon). |
Ctrl+Shift+punt |
Een contactpersoon zoeken. |
F11 |
Een contactpersoon sluiten. |
ESC |
Een faxbericht verzenden naar de geselecteerde contactpersoon. |
Ctrl+Shift+X |
Het dialoogvenster Adres controleren openen. |
Alt+D |
In een contactpersoonformulier onder Internet de informatie voor E-mail 1 weergeven. |
Alt+Shift+1 |
In een contactpersoonformulier onder Internet de informatie voor E-mail 2 weergeven. |
Alt+Shift+2 |
In een contactpersoonformulier onder Internet de informatie voor E-mail 3 weergeven. |
Alt+Shift+3 |
Actie | Druk op |
---|---|
De lijst Toevoegen openen. |
Alt+A |
Tekst selecteren in het vak Label wanneer het veld met een label is geselecteerd. |
Alt+B |
Het dialoogvenster Foto voor visitekaartje toevoegen openen. |
Alt+C |
De cursor aan het begin van het vak Bewerken plaatsen. |
Alt+E |
Het vak Velden selecteren. |
Alt+F |
De vervolgkeuzelijst Afbeelding uitlijnen selecteren. |
Alt+G |
Kleurenpalet voor de achtergrond selecteren. |
Alt+K en vervolgens Enter |
De vervolgkeuzelijst Indeling selecteren. |
Alt+L |
Een geselecteerd veld verwijderen uit het vak Velden. |
Alt+R |
Actie | Druk op |
---|---|
De takenbalk weergeven of verbergen. |
Alt+F2 |
Een taakverzoek accepteren. |
Alt+C |
Een taakverzoek weigeren. |
Alt+D |
Een taak of ander item zoeken. |
Ctrl+E |
Het dialoogvenster Ga naar map openen. |
Ctrl+Y |
Een taak maken (vanuit Taken). |
Ctrl+N |
Een taak maken (vanuit een Outlook-weergave). |
Ctrl+Shift+K |
Het geselecteerde item openen. |
Ctrl+O |
Het geselecteerde item afdrukken. |
Ctrl+P |
Alle items selecteren. |
Ctrl+A |
Het geselecteerde item verwijderen. |
Ctrl+D |
Een taak doorsturen als bijlage. |
Ctrl+F |
Een taakverzoek maken. |
Ctrl+Shift+Alt+U |
Schakelen tussen het navigatiedeelvenster, de takenlijst en de takenbalk. |
Tab of Shift+Tab |
Het geselecteerde item als logboekitem openen. |
Ctrl+J |
Laatste bewerking ongedaan maken |
Ctrl+Z |
Een vlag toevoegen aan een item of als voltooid markeren. |
Insert |
Actie | Druk op |
---|---|
Het menu Opmaak weergeven. |
Alt+O |
Het dialoogvenster Lettertype weergeven. |
Ctrl+Shift+P |
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters (mits u tekst hebt geselecteerd). |
Shift+F3 |
Letters opmaken als klein kapitaal |
Ctrl+Shift+K |
Tekst vet weergeven |
Ctrl+B |
Opsommingstekens toevoegen. |
Ctrl+Shift+L |
Tekst cursief weergeven |
Ctrl+I |
Inspringing vergroten. |
Ctrl+T |
Inspringing verkleinen. |
Ctrl+Shift+T |
Links uitlijnen. |
Ctrl+L |
Centreren. |
Ctrl+E |
Onderstrepen. |
Ctrl+U |
Grotere tekengrootte. |
Ctrl+] of Ctrl+Shift+> |
Kleinere tekengrootte. |
Ctrl+[ of Ctrl+Shift+< |
Knippen. |
Ctrl+X of Shift+Delete |
Kopiëren. |
Ctrl+C of Ctrl+INS Opmerking: Ctrl+Insert is niet beschikbaar in het leesvenster. |
Plakken. |
Ctrl+V of Shift+INS |
Opmaak wissen. |
Ctrl+Shift+Z of Ctrl+spatiebalk |
Het volgende woord verwijderen. |
Ctrl+Shift+H |
Een alinea uitrekken om tussen de marges te laten passen. |
Ctrl+Shift+J |
Stijlen toepassen. |
Ctrl+Shift+S |
Verkeerd-om inspringen |
Ctrl+T |
Een hyperlink invoegen |
Ctrl+K |
Een alinea links uitlijnen |
Ctrl+L |
Een alinea rechts uitlijnen. |
Ctrl+R |
Een verkeerd-om inspringing verkleinen |
Ctrl+Shift+T |
Alineaopmaak verwijderen |
Ctrl+Q |
Actie | Druk op |
---|---|
Een URL in de hoofdtekst van een item bewerken. |
Houd Ctrl ingedrukt en klik. |
Een hyperlink invoegen |
Ctrl+K |
Actie | Druk op |
---|---|
Tabblad Afdrukken openen in Backstage-weergave. |
Druk achtereenvolgens op Alt+F en P |
Een item vanuit een geopend venster afdrukken. |
Druk achtereenvolgens op Alt+F, P, F en 1 |
Pagina-instelling openen vanuit Afdrukvoorbeeld. |
Alt+T of Alt+U |
Een printer selecteren vanuit Afdrukvoorbeeld. |
Druk achtereenvolgens op Alt+F, P en I |
Afdrukstijlen bepalen. |
Druk achtereenvolgens op Alt+F, P en L |
Afdrukopties openen. |
Druk achtereenvolgens op Alt+F, P en R |
Actie | Druk op |
---|---|
Een verzend-/ontvangstbewerking starten voor alle gedefinieerde groepen voor verzenden/ontvangen waarvoor u Deze groep opnemen bij verzenden/ontvangen (F9) hebt geselecteerd. Deze bewerking kan betrekking hebben op koppen, volledige items, opgegeven mappen, items die kleiner zijn dan een bepaalde grootte of een willekeurige combinatie die u definieert. |
F9 |
Een verzend-/ontvangstbewerking starten voor de huidige map, waarbij volledige items worden opgehaald (kop, item en eventuele bijlagen). |
Shift+F9 |
Verzenden/ontvangen starten. |
Ctrl+M |
Groepen voor verzenden/ontvangen definiëren. |
Ctrl+Alt+S |
Actie | Druk op |
---|---|
Visual Basic Editor openen. |
Alt+F11 |
Actie | Druk op |
---|---|
Een macro afspelen. |
Alt+F8 |
Actie | Druk op |
---|---|
Een Office InfoPath-formulier maken. |
Klik in een InfoPath-map en druk op Ctrl+N. |
Een Microsoft InfoPath-formulier kiezen. |
Ctrl+Shift+Alt+T |
Tabelweergave
Algemeen gebruik
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een item openen. |
Enter |
Alle items selecteren. |
Ctrl+A |
Naar het item onder aan het scherm gaan. |
PAGE DOWN |
Naar het item boven aan het scherm gaan. |
PAGE UP |
Het aantal geselecteerde items met één item uitbreiden of reduceren. |
Respectievelijk Shift+pijl-omhoog of Shift+pijl-omlaag |
Naar het volgende of vorige item gaan zonder de selectie uit te breiden. |
Respectievelijk Ctrl+pijl-omhoog of Ctrl+pijl-omlaag |
Het actieve item selecteren of de selectie ervan opheffen. |
Ctrl+spatiebalk |
Terwijl een groep is geselecteerd
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een geselecteerde groep uitvouwen. |
PIJL-RECHTS |
Een geselecteerde groep samenvouwen. |
PIJL-LINKS |
De vorige groep selecteren. |
PIJL-OMHOOG |
De volgende groep selecteren. |
PIJL-OMLAAG |
De eerste groep selecteren. |
Home |
De laatste groep selecteren. |
End |
Het eerste item op het scherm selecteren in een uitgevouwen groep of het eerste item buiten het scherm rechts. |
PIJL-RECHTS |
Dag-/week-/maandweergave in agenda
Alle drie
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
1 tot en met 9 dagen weergeven. |
Alt+toets voor aantal dagen |
10 dagen weergeven. |
Alt+0 (nul) |
Overschakelen naar weken. |
Alt+MINTEKEN (-) |
Overschakelen naar maanden. |
Alt+gelijkteken (=) |
Schakelen tussen de Agenda, de takenlijst en de mappenlijst. |
Ctrl+Tab of F6 |
De vorige afspraak selecteren. |
Shift+Tab |
Naar de vorige dag gaan. |
PIJL-LINKS |
Naar de volgende dag gaan. |
PIJL-RECHTS |
Naar dezelfde dag in de volgende week gaan. |
Alt+Pijl-omlaag |
Naar dezelfde dag in de vorige week gaan. |
Alt+Pijl-omhoog |
Dagweergave
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
De tijd selecteren waarop uw werkdag begint. |
Home |
De tijd selecteren waarop uw werkdag eindigt. |
End |
Het vorige tijdsblok selecteren. |
PIJL-OMHOOG |
Het volgende tijdsblok selecteren. |
PIJL-OMLAAG |
Het tijdsblok boven aan het scherm selecteren. |
PAGE UP |
Het tijdsblok onder aan het scherm selecteren. |
PAGE DOWN |
De geselecteerde tijd uitbreiden of beperken. |
Shift+Pijl-omhoog of Shift+Pijl-omlaag |
Een afspraak omhoog of omlaag verplaatsen. |
Respectievelijk Alt+pijl-omhoog of Alt+pijl-omlaag, waarbij de cursor in de afspraak is geplaatst |
De begin- of eindtijd van een afspraak wijzigen. |
Respectievelijk Alt+Shift+pijl-omhoog of Alt+Shift+pijl-omlaag, waarbij de cursor in de afspraak is geplaatst |
Geselecteerd item naar dezelfde dag in de volgende week verplaatsen. |
Alt+Pijl-omlaag |
Geselecteerd item naar dezelfde dag in de vorige week verplaatsen. |
Alt+Pijl-omhoog |
Weekweergave
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Naar het begin van de werktijden van de geselecteerde dag gaan. |
Home |
Naar het einde van de werktijden van de geselecteerde dag gaan. |
End |
Een paginaweergave omhoog gaan in de geselecteerde dag. |
PAGE UP |
Een paginaweergave omlaag gaan in de geselecteerde dag. |
PAGE DOWN |
De duur van het geselecteerde tijdsblok wijzigen. |
Shift+pijl-links, Shift+pijl-rechts, Shift+pijl-omhoog of Shift+pijl-omlaag of Shift+Home of Shift+End |
Maandweergave
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Naar de eerste dag van de week gaan. |
Home |
Naar dezelfde dag van de week gaan (op de vorige pagina). |
PAGE UP |
Naar dezelfde dag van de week gaan (op de volgende pagina). |
PAGE DOWN |
Datumnavigator
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Naar de eerste dag van de huidige week gaan. |
Alt+Home |
Naar de laatste dag van de huidige week gaan. |
Alt+End |
Naar dezelfde dag in de vorige week gaan. |
Alt+Pijl-omhoog |
Naar dezelfde dag in de volgende week gaan. |
Alt+Pijl-omlaag |
Weergave Visitekaartjes of weergave Adreskaartjes
Algemeen gebruik
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een bepaald kaartje in de lijst selecteren. |
Een of meer letters van de naam waaronder het kaartje is opgeslagen of van het veld waarop u sorteert |
Het vorige kaartje selecteren. |
PIJL-OMHOOG |
Het volgende kaartje selecteren. |
PIJL-OMLAAG |
Het eerste kaartje in de lijst selecteren. |
Home |
Het laatste kaartje in de lijst selecteren. |
End |
Het eerste kaartje op de huidige pagina selecteren. |
PAGE UP |
Het eerste kaartje op de volgende pagina selecteren. |
PAGE DOWN |
Het eerstvolgende kaartje in de volgende kolom selecteren. |
PIJL-RECHTS |
Het eerstvolgende kaartje in de vorige kolom selecteren. |
PIJL-LINKS |
Het actieve kaartje selecteren of de selectie ervan opheffen. |
Ctrl+spatiebalk |
De selectie uitbreiden naar het vorige kaartje en de selectie annuleren van kaartjes na het beginpunt. |
Shift+PIJL-OMHOOG |
De selectie uitbreiden naar het volgende kaartje en de selectie annuleren van kaartjes voor het beginpunt. |
Shift+PIJL-OMLAAG |
De selectie uitbreiden naar het vorige kaartje, ongeacht het beginpunt. |
Ctrl+Shift+pijl-omhoog |
De selectie uitbreiden naar het volgende kaartje, ongeacht het beginpunt. |
Ctrl+Shift+pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden naar het eerste kaartje in de lijst. |
Shift+Home |
De selectie uitbreiden naar het laatste kaartje in de lijst. |
Shift+End |
De selectie uitbreiden naar het eerste kaartje op de vorige pagina. |
Shift+Page Up |
De selectie uitbreiden naar het laatste kaartje op de laatste pagina. |
Shift+Page Down |
Navigeren tussen velden in een geopend kaartje
U kunt de volgende toetsen en toetsencombinaties alleen gebruiken nadat u een veld in een kaartje hebt geselecteerd. Als u een veld wilt selecteren nadat u een kaartje hebt geselecteerd, klikt u in het veld.
Handeling | Druk op |
---|---|
Navigeren naar het volgende veld en besturingselement. |
Tab |
Navigeren naar het vorige veld en besturingselement |
Shift+Tab |
Het actieve ##kaartje sluiten. |
Enter |
Navigeren tussen tekens in een veld
U kunt de volgende toetsen en toetsencombinaties alleen gebruiken nadat u een veld in een kaartje hebt geselecteerd. Als u een veld wilt selecteren nadat u een kaartje hebt geselecteerd, klikt u in het veld.
Handeling | Druk op |
---|---|
Een regel toevoegen aan een veld met meerdere regels. |
Enter |
De invoegpositie naar het begin van een regel verplaatsen. |
Home |
De invoegpositie naar het einde van een regel verplaatsen. |
End |
Naar het begin van een veld met meerdere regels gaan. |
PAGE UP |
Naar het einde van een veld met meerdere regels gaan. |
PAGE DOWN |
Naar de vorige regel in een veld met meerdere regels gaan. |
PIJL-OMHOOG |
Naar de volgende regel in een veld met meerdere regels gaan. |
PIJL-OMLAAG |
Naar het vorige teken in een veld gaan. |
PIJL-LINKS |
Naar het volgende teken in een veld gaan. |
PIJL-RECHTS |
Tijdlijnweergave (taken of logboek)
Nadat u een item hebt geselecteerd
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Het vorige item selecteren. |
PIJL-LINKS |
Het volgende item selecteren. |
PIJL-RECHTS |
Diverse aangrenzende items selecteren. |
Shift+pijl-links of Shift+pijl-rechts |
Diverse niet-aangrenzende items selecteren. |
Ctrl+pijl-links+spatiebalk of Ctrl+pijl-rechts+spatiebalk |
De geselecteerde items openen. |
Enter |
Het eerste item in de tijdlijn selecteren (als de items niet zijn gegroepeerd) of het eerste item in de groep selecteren |
Home |
Het laatste item in de tijdlijn selecteren (als de items niet zijn gegroepeerd) of het laatste item in de groep selecteren |
End |
Het eerste item in de tijdlijn weergeven (niet selecteren) (als de items niet zijn gegroepeerd) of het eerste item in de groep weergeven |
Ctrl+Home |
Het laatste item in de tijdlijn weergeven (niet selecteren) (als de items niet zijn gegroepeerd) of het laatste item in de groep weergeven |
Ctrl+End |
Als een groep is geselecteerd
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
De groep uitvouwen. |
Enter of pijl-rechts |
De groep samenvouwen. |
Enter of pijl-links |
De vorige groep selecteren. |
PIJL-OMHOOG |
De volgende groep selecteren. |
PIJL-OMLAAG |
De eerste groep in de tijdlijn selecteren. |
Home |
De laatste groep in de tijdlijn selecteren. |
End |
Het eerste item op het scherm selecteren in een uitgevouwen groep of het eerste item buiten het scherm rechts. |
PIJL-RECHTS |
Wanneer u een tijdseenheid op de tijdschaal voor dagen hebt geselecteerd
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Teruggaan in stappen die overeenkomen met de tijdseenheid op de tijdschaal. |
PIJL-LINKS |
Vooruitgaan in stappen die overeenkomen met de tijdseenheid op de tijdschaal. |
PIJL-RECHTS |
Navigeren tussen de actieve weergave, de takenbalk, Zoeken, logboekmappen en terug naar de actieve weergave. |
Tab en Shift+Tab |
Handeling | Druk op |
---|---|
Overschakelen naar E-mail. |
Ctrl+1 |
Overschakelen naar Agenda. |
Ctrl+2 |
Overschakelen naar Contactpersonen. |
Ctrl+3 |
Overschakelen naar Taken. |
Ctrl+4 |
Overschakelen naar Notities. |
Ctrl+5 |
Overschakelen naar de mappenlijst in het navigatiedeelvenster. |
Ctrl+6 |
Overschakelen naar snelkoppelingen. |
Ctrl+7 |
Overschakelen naar volgende bericht (als het bericht is geopend). |
Ctrl+punt |
Overschakelen naar vorige bericht (als het bericht is geopend). |
Ctrl+komma |
Navigeren tussen het navigatiedeelvenster, het hoofdvenster van Outlook, het leesvenster en de takenbalk. |
F6 of Ctrl+Shift+Tab |
Navigeren tussen het Outlook-venster, de kleinere deelvensters van het navigatiedeelvenster, het leesvenster en de onderdelen van de takenbalk. |
Tab |
Navigeren binnen het navigatiedeelvenster. |
Pijltoetsen |
Naar een andere map gaan. |
Ctrl+Y |
Naar het vak Zoeken gaan. |
F3 of Ctrl+E |
Naar het vorige bericht gaan in het leesvenster. |
Alt+pijl-omhoog of Ctrl+komma of Alt+Page Up |
Omlaag bladeren door de tekst in het leesvenster. |
Spatiebalk |
Omhoog bladeren door de tekst in het leesvenster. |
Shift+spatiebalk |
Een groep uitvouwen of samenvouwen (als er een groep is geselecteerd) in het navigatiedeelvenster. |
Respectievelijk Shift+plusteken of Shift-minteken |
Een groep in de lijst met e-mailberichten samenvouwen of uitvouwen. |
Respectievelijk pijl-links of pijl-rechts |
Naar het volgende veld gaan in het leesvenster. |
Shift+Tab |
Naar het vorige veld gaan in het leesvenster. |
Ctrl+Tab |
Teruggaan naar de vorige weergave in het hoofdvenster van Outlook. |
Alt+B, Alt+Pijl-links of Backspace |
Verdergaan naar de volgende weergave in het hoofdvenster van Outlook. |
Alt+Pijl-rechts |
De infobalk selecteren en het menu met opdrachten weergeven (indien beschikbaar). |
Ctrl+Shift+W |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een bericht of ander item zoeken. |
Ctrl+E |
De zoekresultaten wissen. |
Esc |
De zoekbewerking uitbreiden naar Alle e-mailitems, Alle agenda-items of Alle contactpersoonitems (afhankelijk van de module). |
Ctrl+Alt+A |
Opbouwfunctie voor zoekquery's uitvouwen. |
Ctrl+Alt+W |
Zoekcriteria gebruiken. |
Ctrl+Shift+F |
Een nieuwe zoekmap maken. |
Ctrl+Shift+P |
Zoeken naar tekst in een bericht of ander item. |
F4 |
Volgende zoeken tijdens het zoeken naar tekst in een bericht of ander item. |
Shift+F4 |
Zoeken en vervangen van tekens, symbolen of een opmaakopdracht. Werkt alleen in een item dat is geopend in het leesvenster. |
Ctrl+H |
De zoekbewerking uitbreiden zodat ook op het bureaublad wordt gezocht. |
Ctrl+Alt+K |
Actie | Druk op |
---|---|
Het dialoogvenster Bericht markeren voor opvolgen openen om een vlag toe te wijzen. |
Ctrl+Shift+G |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
De geselecteerde categorie verwijderen uit de lijst in het dialoogvenster Kleurcategorieën. |
Alt+D |
Actie | Druk op |
---|---|
Een afspraak maken. |
Ctrl+Shift+A |
Een contactpersoon maken. |
Ctrl+Shift+C |
Een distributielijst maken. |
Ctrl+Shift+L |
Een fax maken. |
Ctrl+Shift+X |
Een map maken. |
Ctrl+Shift+E |
Een logboekitem maken. |
Ctrl+Shift+J |
Een vergaderverzoek maken. |
Ctrl+Shift+Q |
Maak een bericht. |
Ctrl+Shift+M |
Een notitie maken. |
Ctrl+Shift+N |
Een nieuw Microsoft Office-document maken. |
Ctrl+Shift+H |
Naar deze map posten. |
Ctrl+Shift+S |
Een antwoord posten naar deze map. |
Ctrl+T |
Zoekmap maken. |
Ctrl+Shift+P |
Een taak maken. |
Ctrl+Shift+K |
Een taakverzoek maken. |
Ctrl+Shift+U |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Opslaan. |
Ctrl+S of Shift+F12 |
Opslaan en sluiten. |
Alt+S |
Opslaan als. |
F12 |
Ongedaan maken. |
Ctrl+Z of Alt+Backspace |
Een item verwijderen. |
Ctrl+D |
Afdrukken. |
Ctrl+P |
Een item kopiëren. |
Ctrl+Shift+Y |
Een item verplaatsen. |
Ctrl+Shift+V |
Namen controleren. |
Ctrl+K |
Spelling controleren. |
F7 |
Bericht markeren voor opvolgen. |
Ctrl+Shift+G |
Doorsturen. |
Ctrl+F |
Alles verzenden of posten, iedereen uitnodigen |
Alt+S |
Bewerkingsmogelijkheden in een veld inschakelen (niet in de pictogramweergave). |
F2 |
Tekst links uitlijnen. |
Ctrl+L |
Tekst centreren. |
Ctrl+E |
Tekst rechts uitlijnen. |
Ctrl+R |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Overschakelen naar Postvak IN. |
Ctrl+Shift+I |
Overschakelen naar Postvak UIT. |
Ctrl+Shift+O |
Het account kiezen waarmee u een bericht wilt verzenden. |
Ctrl+Tab (het vak Aan is geactiveerd) en vervolgens met Tab naar de knop Accounts. |
Namen controleren. |
Ctrl+K |
Verzenden. |
Alt+S |
Een bericht beantwoorden. |
Ctrl+R |
Allen beantwoorden. |
Ctrl+Shift+R |
Een bericht doorsturen. |
Ctrl+F |
Een bericht markeren als niet-ongewenste e-mail. |
Ctrl+Alt+J |
Geblokkeerde externe inhoud weergeven (in een bericht). |
Ctrl+Shift+I |
Naar een map posten. |
Ctrl+Shift+S |
Stijl Standaard toepassen. |
Ctrl+Shift+N |
Controleren op nieuwe berichten. |
Ctrl+M of F9 |
Naar het vorige bericht gaan. |
PIJL-OMHOOG |
Naar het volgende bericht gaan. |
PIJL-OMLAAG |
Een bericht maken (vanuit E-mail). |
Ctrl+N |
Een bericht maken (vanuit elke Outlook-weergave). |
Ctrl+Shift+M |
Een ontvangen bericht openen. |
Ctrl+O |
Het adresboek openen. |
Ctrl+Shift+B |
Een HTML- of RTF-bericht converteren naar tekst zonder opmaak. |
Ctrl+Shift+O |
Een snelvlag aan een ongeopend bericht toevoegen. |
Insert |
Het dialoogvenster Vlag toevoegen voor opvolgen weergeven. |
Ctrl+Shift+G |
Als gelezen markeren. |
Ctrl+Q |
Als ongelezen markeren. |
Ctrl+U |
Het menu weergeven voor het downloaden van afbeeldingen, het wijzigen van de instellingen voor automatisch downloaden of het toevoegen van een afzender aan de lijst met veilige afzenders. |
Ctrl+Shift+W |
Zoeken of vervangen. |
F4 |
Volgende zoeken. |
Shift+F4 |
Verzenden. |
Ctrl+Enter |
Afdrukken. |
Ctrl+P |
Doorsturen. |
Ctrl+F |
Doorsturen als bijlage. |
Ctrl+Alt+F |
De eigenschappen voor het geselecteerde item weergeven. |
Alt+Enter |
Markeren om te downloaden. |
Ctrl+Alt+M |
Markeren om te downloaden opheffen. |
Ctrl+Alt+U |
Voortgang van verzenden/ontvangen weergeven. |
Ctrl+B (tijdens verzenden/ontvangen) |
Actie | Druk op |
---|---|
Een afspraak maken (vanuit de agenda). |
Ctrl+N |
Een afspraak maken (vanuit een Outlook-weergave). |
Ctrl+Shift+A |
Een nieuw vergaderverzoek maken. |
Ctrl+Shift+Q |
Een afspraak of vergadering doorsturen. |
Ctrl+F |
Een vergaderverzoek beantwoorden met een bericht. |
Ctrl+R |
Allen een bericht sturen als reactie op een vergaderverzoek. |
Ctrl+Shift+R |
Tien dagen weergeven in de agenda. |
Alt+0 |
Een dag weergeven in de agenda. |
Alt+1 |
Twee dagen weergeven in de agenda. |
Alt+2 |
Drie dagen weergeven in de agenda. |
Alt+3 |
Vier dagen weergeven in de agenda. |
Alt+4 |
Vijf dagen weergeven in de agenda. |
Alt+5 |
Zes dagen weergeven in de agenda. |
Alt+6 |
Zeven dagen weergeven in de agenda. |
Alt+7 |
Acht dagen weergeven in de agenda. |
Alt+8 |
Negen dagen weergeven in de agenda. |
Alt+9 |
Naar een datum gaan. |
Ctrl+G |
Maandweergave kiezen. |
Alt+= of Ctrl+Alt+4 |
Naar de volgende dag gaan. |
Ctrl+PIJL-RECHTS |
Naar de volgende week gaan. |
Alt+Pijl-omlaag |
Naar de volgende maand gaan. |
Alt+Page Down |
Naar de vorige dag gaan. |
Ctrl+PIJL-LINKS |
Naar de vorige week gaan. |
Alt+Pijl-omhoog |
Naar de vorige maand gaan. |
Alt+Page Up |
Naar het begin van de week gaan. |
Alt+Home |
Naar het einde van de week gaan. |
Alt+End |
Weergave Volledige week kiezen. |
Alt+minteken of Ctrl+Alt+3 |
Weergave Werkweek kiezen. |
Ctrl+Alt+2 |
Naar vorige afspraak gaan. |
Ctrl+komma of Ctrl+Shift+komma |
Naar volgende afspraak gaan. |
Ctrl+punt of Ctrl+Shift+punt |
Terugkeerpatroon instellen voor een afspraak of taak. |
Ctrl+G |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een nieuw nummer kiezen. |
Ctrl+Shift+D |
Een contactpersoon of ander item zoeken. |
F3 of Ctrl+E |
Een naam typen in het vak Adresboeken doorzoeken. |
F11 |
Naar de eerste contactpersoon gaan die begint met een bepaalde letter (in de tabel- of lijstweergave van contactpersonen). |
Shift+letter |
Alle contactpersonen selecteren. |
Ctrl+A |
Een nieuw bericht maken dat is geadresseerd aan de geselecteerde contactpersoon. |
Ctrl+F |
Een logboekitem maken voor de geselecteerde contactpersoon. |
Ctrl+J |
Een contactpersoon maken (vanuit contactpersonen). |
Ctrl+N |
Een nieuwe contactpersoon maken (vanuit een Outlook-weergave). |
Ctrl+Shift+C |
Een contactpersoonformulier voor de geselecteerde contactpersoon openen. |
Ctrl+O of Ctrl+Shift+Enter |
Een nieuwe distributielijst maken. |
Ctrl+Shift+L |
Afdrukken. |
Ctrl+P |
Een lijst met de leden van de distributielijst bijwerken. |
F5 |
Naar een andere map gaan. |
Ctrl+Y |
Het adresboek openen. |
Ctrl+Shift+B |
Zoekcriteria gebruiken. |
Ctrl+Shift+F |
De volgende contactpersoon van de lijst openen (vanuit een open contactpersoon). |
Ctrl+Shift+punt |
Een contactpersoon sluiten. |
Esc |
Een webpagina voor de geselecteerde contactpersoon openen (indien beschikbaar). |
Ctrl+Shift+X |
Het dialoogvenster Adres controleren openen. |
Alt+D |
In een contactpersoonformulier onder Internet de informatie voor E-mail 1 weergeven. |
Alt+Shift+1 |
In een contactpersoonformulier onder Internet de informatie voor E-mail 2 weergeven. |
Alt+Shift+2 |
In een contactpersoonformulier onder Internet de informatie voor E-mail 3 weergeven. |
Alt+Shift+3 |
Actie | Druk op |
---|---|
De lijst Toevoegen openen. |
Alt+A |
Tekst selecteren in het vak Label wanneer het veld met een label is geselecteerd. |
Alt+B |
Het dialoogvenster Foto voor visitekaartje toevoegen openen. |
Alt+C |
De cursor aan het begin van het vak Bewerken plaatsen. |
Alt+E |
Het vak Velden selecteren. |
Alt+F |
De vervolgkeuzelijst Afbeelding uitlijnen selecteren. |
Alt+G |
Kleurenpalet voor de achtergrond selecteren. |
Alt+K en vervolgens Enter |
De vervolgkeuzelijst Indeling selecteren. |
Alt+L |
Een geselecteerd veld verwijderen uit het vak Velden. |
Alt+R |
Actie | Druk op |
---|---|
De takenbalk weergeven of verbergen. |
Alt+F2 |
Een taakverzoek accepteren. |
Alt+C |
Een taakverzoek weigeren. |
Alt+D |
Een taak of ander item zoeken. |
Ctrl+E |
Het dialoogvenster Ga naar map openen. |
Ctrl+Y |
Een nieuwe taak maken (vanuit taken). |
Ctrl+N |
Een nieuwe taak maken (vanuit een Outlook-weergave). |
Ctrl+Shift+K |
Een nieuw taakverzoek maken. |
Ctrl+Shift+U |
Het geselecteerde item openen. |
Ctrl+O |
Het geselecteerde item afdrukken. |
Ctrl+P |
Alle items selecteren. |
Ctrl+A |
Het geselecteerde item verwijderen. |
Ctrl+D |
Een taak doorsturen als bijlage. |
Ctrl+F |
Schakelen tussen het navigatiedeelvenster, de takenlijst en de takenbalk. |
Shift+Tab |
Het geselecteerde item als logboekitem openen. |
Ctrl+J |
Laatste bewerking ongedaan maken |
Ctrl+Z |
Een vlag toevoegen aan een item of als voltooid markeren. |
Insert |
Actie | Druk op |
---|---|
Het menu Opmaak weergeven. |
Alt+O |
Het dialoogvenster Lettertype weergeven. |
Ctrl+Shift+P |
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters (mits u tekst hebt geselecteerd). |
Shift+F3 |
Letters opmaken als klein kapitaal |
Ctrl+Shift+K |
Tekst vet weergeven |
Ctrl+B |
Opsommingstekens toevoegen. |
Ctrl+Shift+L |
Tekst cursief weergeven |
Ctrl+I |
Inspringing vergroten. |
Ctrl+T |
Inspringing verkleinen. |
Ctrl+Shift+T |
Links uitlijnen. |
Ctrl+L |
Centreren. |
Ctrl+E |
Onderstrepen. |
Ctrl+U |
Grotere tekengrootte. |
Ctrl+] of Ctrl+Shift+> |
Kleinere tekengrootte. |
Ctrl+[ of Ctrl+Shift+< |
Knippen. |
Ctrl+X of Shift+Delete |
Kopiëren. |
Ctrl+C of Ctrl+INS Opmerking: Ctrl+Insert is niet beschikbaar in het leesvenster. |
Plakken. |
Ctrl+V of Shift+INS |
Opmaak wissen. |
Ctrl+Shift+Z of Ctrl+spatiebalk |
Het volgende woord verwijderen. |
Ctrl+Shift+H |
Een alinea uitrekken om tussen de marges te laten passen. |
Ctrl+Shift+J |
Stijlen toepassen. |
Ctrl+Shift+S |
Verkeerd-om inspringen |
Ctrl+T |
Een hyperlink invoegen |
Ctrl+K |
Een alinea links uitlijnen |
Ctrl+L |
Een alinea rechts uitlijnen. |
Ctrl+R |
Een verkeerd-om inspringing verkleinen |
Ctrl+Shift+T |
Alineaopmaak verwijderen |
Ctrl+Q |
Actie | Druk op |
---|---|
Een URL in de hoofdtekst van een item bewerken. |
Houd Ctrl ingedrukt en klik met de muisknop. |
Geef een webbrowser op. |
Houd Shift ingedrukt en klik met de muisknop. |
Een hyperlink invoegen |
Ctrl+K |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Afdrukvoorbeeld openen. |
Druk achtereenvolgens op Alt+F en V Als u een item in een geopend venster wilt afdrukken, drukt u achtereenvolgens op Alt+F, W en V |
Een afdrukvoorbeeld afdrukken. |
Alt+P |
Pagina-instelling openen vanuit Afdrukvoorbeeld. |
Alt+T of Alt+U |
In-/uitzoomen. |
Alt+Z |
Afdrukvoorbeeld sluiten. |
Alt+C |
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een verzend-/ontvangstbewerking starten voor alle gedefinieerde groepen voor verzenden/ontvangen waarvoor u Deze groep opnemen bij verzenden/ontvangen (F9) hebt geselecteerd. Deze bewerking kan betrekking hebben op koppen, volledige items, opgegeven mappen, items die kleiner zijn dan een bepaalde grootte of een willekeurige combinatie die u definieert. |
F9 |
Een verzend-/ontvangstbewerking starten voor de huidige map, waarbij volledige items worden opgehaald (kop, item en eventuele bijlagen). |
Shift+F9 |
Verzenden/ontvangen starten. |
Ctrl+M |
Groepen voor verzenden/ontvangen definiëren. |
Ctrl+Alt+S |
Actie | Druk op |
---|---|
Visual Basic Editor openen. |
Alt+F11 |
Actie | Druk op |
---|---|
Een macro afspelen. |
Alt+F8 |
Actie | Druk op |
---|---|
Formulierontwerp opslaan. |
Ctrl+Alt+Shift+F12 |
Formuliergegevens opslaan. |
Ctrl+Shift+F11 |
Een nieuw Microsoft Office InfoPath-formulier maken. |
Klik in een InfoPath-map en druk op Ctrl+N. |
Tabelweergave
Algemeen gebruik
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een item openen. |
Enter |
Alle items selecteren. |
Ctrl+A |
Naar het item onder aan het scherm gaan. |
PAGE DOWN |
Naar het item boven aan het scherm gaan. |
PAGE UP |
Het aantal geselecteerde items met één item uitbreiden of reduceren. |
Respectievelijk Shift+pijl-omhoog of Shift+pijl-omlaag |
Naar het volgende of vorige item gaan zonder de selectie uit te breiden. |
Respectievelijk Ctrl+pijl-omhoog of Ctrl+pijl-omlaag |
Het actieve item selecteren of de selectie ervan opheffen. |
Ctrl+spatiebalk |
Weergave vernieuwen. |
F5 |
Terwijl een groep is geselecteerd
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Alle groepen uitvouwen. |
Ctrl+Shift+plusteken |
De groep samenvouwen. |
Ctrl+minteken |
Een geselecteerde groep uitvouwen. |
Shift+plusteken |
Een geselecteerde groep samenvouwen. |
minteken |
De vorige groep selecteren. |
PIJL-OMHOOG |
De volgende groep selecteren. |
PIJL-OMLAAG |
De eerste groep selecteren. |
Home |
De laatste groep selecteren. |
End |
Het eerste item op het scherm selecteren in een uitgevouwen groep of het eerste item buiten het scherm rechts. |
PIJL-RECHTS |
Alle groepen
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Alle groepen samenvouwen. |
Ctrl+minteken |
Alle groepen uitvouwen. |
Ctrl+Shift+plusteken |
Dag-/week-/maandweergave in agenda
Alle drie
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
1 tot en met 9 dagen weergeven. |
Alt+toets voor aantal dagen |
10 dagen weergeven. |
Alt+0 (nul) |
Overschakelen naar weken. |
Alt+MINTEKEN (-) |
Overschakelen naar maanden. |
Alt+gelijkteken (=) |
Schakelen tussen de Agenda, de takenlijst en de mappenlijst. |
Ctrl+Tab of F6 |
De vorige afspraak selecteren. |
Shift+Tab |
Naar de vorige dag gaan. |
PIJL-LINKS |
Naar de volgende dag gaan. |
PIJL-RECHTS |
Naar dezelfde dag in de volgende week gaan. |
Alt+Pijl-omlaag |
Naar dezelfde dag in de vorige week gaan. |
Alt+Pijl-omhoog |
Dagweergave
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
De tijd selecteren waarop uw werkdag begint. |
Home |
De tijd selecteren waarop uw werkdag eindigt. |
End |
Het vorige tijdsblok selecteren. |
PIJL-OMHOOG |
Het volgende tijdsblok selecteren. |
PIJL-OMLAAG |
Het tijdsblok boven aan het scherm selecteren. |
PAGE UP |
Het tijdsblok onder aan het scherm selecteren. |
PAGE DOWN |
De geselecteerde tijd uitbreiden of beperken. |
Respectievelijk Shift+pijl-omhoog of Shift+pijl-omlaag |
Een afspraak omhoog of omlaag verplaatsen. |
Respectievelijk Alt+pijl-omhoog of Alt+pijl-omlaag, waarbij de cursor in de afspraak is geplaatst |
De begin- of eindtijd van een afspraak wijzigen. |
Respectievelijk Alt+Shift+pijl-omhoog of Alt+Shift+pijl-omlaag, waarbij de cursor in de afspraak is geplaatst |
Geselecteerd item naar dezelfde dag in de volgende week verplaatsen. |
Alt+Pijl-omlaag |
Geselecteerd item naar dezelfde dag in de vorige week verplaatsen. |
Alt+Pijl-omhoog |
Weekweergave
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Naar het begin van de werktijden van de geselecteerde dag gaan. |
Home |
Naar het einde van de werktijden van de geselecteerde dag gaan. |
End |
Een paginaweergave omhoog gaan in de geselecteerde dag. |
PAGE UP |
Een paginaweergave omlaag gaan in de geselecteerde dag. |
PAGE DOWN |
De afspraak omhoog, omlaag, naar links of naar rechts verplaatsen. |
Respectievelijk Alt+pijl-omhoog, Alt+pijl-omlaag, Alt+pijl-links en Alt+pijl-rechts |
De duur van het geselecteerde tijdsblok wijzigen. |
Shift+pijl-links, Shift+pijl-rechts, Shift+pijl-omhoog of Shift+pijl-omlaag of Shift+Home of Shift+End |
Maandweergave
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Naar de eerste dag van de week gaan. |
Home |
Naar dezelfde dag van de week gaan (op de vorige pagina). |
PAGE UP |
Naar dezelfde dag van de week gaan (op de volgende pagina). |
PAGE DOWN |
Datumnavigator
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Naar de eerste dag van de huidige week gaan. |
Alt+Home |
Naar de laatste dag van de huidige week gaan. |
Alt+End |
Naar dezelfde dag in de vorige week gaan. |
Alt+Pijl-omhoog |
Naar dezelfde dag in de volgende week gaan. |
Alt+Pijl-omlaag |
Weergave Visitekaartjes of weergave Adreskaartjes
Algemeen gebruik
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een bepaald kaartje in de lijst selecteren. |
Een of meer letters van de naam waaronder het kaartje is opgeslagen of van het veld waarop u sorteert |
Het vorige kaartje selecteren. |
PIJL-OMHOOG |
Het volgende kaartje selecteren. |
PIJL-OMLAAG |
Het eerste kaartje in de lijst selecteren. |
Home |
Het laatste kaartje in de lijst selecteren. |
End |
Het eerste kaartje op de huidige pagina selecteren. |
PAGE UP |
Het eerste kaartje op de volgende pagina selecteren. |
PAGE DOWN |
Het eerstvolgende kaartje in de volgende kolom selecteren. |
PIJL-RECHTS |
Het eerstvolgende kaartje in de vorige kolom selecteren. |
PIJL-LINKS |
Het actieve kaartje selecteren of de selectie ervan opheffen. |
Ctrl+spatiebalk |
De selectie uitbreiden naar het vorige kaartje en de selectie annuleren van kaartjes na het beginpunt. |
Shift+PIJL-OMHOOG |
De selectie uitbreiden naar het volgende kaartje en de selectie annuleren van kaartjes voor het beginpunt. |
Shift+PIJL-OMLAAG |
De selectie uitbreiden naar het vorige kaartje, ongeacht het beginpunt. |
Ctrl+Shift+pijl-omhoog |
De selectie uitbreiden naar het volgende kaartje, ongeacht het beginpunt. |
Ctrl+Shift+pijl-omlaag |
De selectie uitbreiden naar het eerste kaartje in de lijst. |
Shift+Home |
De selectie uitbreiden naar het laatste kaartje in de lijst. |
Shift+End |
De selectie uitbreiden naar het eerste kaartje op de vorige pagina. |
Shift+Page Up |
De selectie uitbreiden naar het laatste kaartje op de laatste pagina. |
Shift+Page Down |
Navigeren tussen velden in een geopend kaartje
U kunt de volgende toetsen en toetsencombinaties alleen gebruiken nadat u een veld in een kaartje hebt geselecteerd. Als u een veld wilt selecteren nadat u een kaartje hebt geselecteerd, klikt u in het veld of drukt u op F2.
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Naar het volgende veld gaan, en vanaf het laatste veld van een kaartje naar het eerste veld van het volgende kaartje gaan. |
Tab |
Naar het vorige veld gaan, en vanaf het eerste veld van een kaartje naar het laatste veld van het vorige kaartje gaan. |
Shift+Tab |
Naar het volgende veld gaan of een regel toevoegen aan een veld met meerdere regels. |
Enter |
Naar het vorige veld gaan zonder het actieve kaartje te verlaten. |
Shift+Enter |
De invoegpositie in het actieve veld weergeven om tekst te bewerken. |
F2 |
Navigeren tussen tekens in een veld
U kunt de volgende toetsen en toetsencombinaties alleen gebruiken nadat u een veld in een kaartje hebt geselecteerd. Als u een veld wilt selecteren nadat u een kaartje hebt geselecteerd, klikt u in het veld of drukt u op F2.
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Een regel toevoegen aan een veld met meerdere regels. |
Enter |
De invoegpositie naar het begin van een regel verplaatsen. |
Home |
De invoegpositie naar het einde van een regel verplaatsen. |
End |
Naar het begin van een veld met meerdere regels gaan. |
PAGE UP |
Naar het einde van een veld met meerdere regels gaan. |
PAGE DOWN |
Naar de vorige regel in een veld met meerdere regels gaan. |
PIJL-OMHOOG |
Naar de volgende regel in een veld met meerdere regels gaan. |
PIJL-OMLAAG |
Naar het vorige teken in een veld gaan. |
PIJL-LINKS |
Naar het volgende teken in een veld gaan. |
PIJL-RECHTS |
Tijdlijnweergave (taken of logboek)
Nadat u een item hebt geselecteerd
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Het vorige item selecteren. |
PIJL-LINKS |
Het volgende item selecteren. |
PIJL-RECHTS |
Diverse aangrenzende items selecteren. |
Shift+pijl-links of Shift+pijl-rechts |
Diverse niet-aangrenzende items selecteren. |
Ctrl+pijl-links+spatiebalk of Ctrl+pijl-rechts+spatiebalk |
De geselecteerde items openen. |
Enter |
De items weergeven één scherm boven de items op het scherm. |
PAGE UP |
De items weergeven één scherm onder de items op het scherm. |
PAGE DOWN |
Het eerste item in de tijdlijn selecteren (als de items niet zijn gegroepeerd) of het eerste item in de groep selecteren. |
Home |
Het laatste item in de tijdlijn selecteren (als de items niet zijn gegroepeerd) of het laatste item in de groep selecteren. |
End |
Het eerste item in de tijdlijn weergeven (niet selecteren) (als de items niet zijn gegroepeerd) of het eerste item in de groep weergeven. |
Ctrl+Home |
Het laatste item in de tijdlijn weergeven (niet selecteren) (als de items niet zijn gegroepeerd) of het laatste item in de groep weergeven. |
Ctrl+End |
Als een groep is geselecteerd
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
De groep uitvouwen. |
Enter of pijl-rechts |
De groep samenvouwen. |
Enter of pijl-links |
De vorige groep selecteren. |
PIJL-OMHOOG |
De volgende groep selecteren. |
PIJL-OMLAAG |
De eerste groep in de tijdlijn selecteren. |
Home |
De laatste groep in de tijdlijn selecteren. |
End |
Het eerste item op het scherm selecteren in een uitgevouwen groep of het eerste item buiten het scherm rechts. |
PIJL-RECHTS |
Wanneer u een tijdseenheid op de tijdschaal voor dagen hebt geselecteerd
Dit wilt u doen | Druk op |
---|---|
Teruggaan in stappen die overeenkomen met de tijdseenheid op de tijdschaal. |
PIJL-LINKS |
Vooruitgaan in stappen die overeenkomen met de tijdseenheid op de tijdschaal. |
PIJL-RECHTS |
De bovenste tijdschaal selecteren als de onderste tijdschaal is geselecteerd. |
Shift+Tab |
De onderste tijdschaal selecteren als de bovenste tijdschaal is geselecteerd. |
Tab |
Terwijl de onderste tijdschaal is geselecteerd, het eerste item op het scherm selecteren, of de eerste groep op het scherm selecteren als items zijn gegroepeerd. |
Tab |